De Kromme Rijn |
Daar waar Methusalem* langzaam vergaat heet het Amelisweerd, het laagland langs de Kromme Rijn ene Amelis mag er ridder zijn eeuwen voor Hendrik het bebossen laat. Met langs de Rijn de ‘auen’: weidegronden vol bosanemoon, speenkruid, gulden boterbloem en klei goed zichtbare seizoenen komen voorbij waar het ‘Engels werk’ kronkelend wordt verbonden. En boven dit lieflijke riviergebeuren de nachtegaal, de spotvogel en soms een wielewaal in het voorbos blauwe reigers aan hun middagmaal en vlinders schermen met de teerste kleuren. De laaggelegen wilgenvelden heten er grienden en langs het jaagpad vliegt de blauwe korenboutlibel de ringslang zonnebaadt en wisselt er van vel een walhalla is het voor buitenvrienden. De Kromme Rijn geeft gul aan wie verstaat met oevers die begroeiing alle ruimte geven wel elke dag is er iets te beleven daar waar Methusalem langzaam vergaat. Een gedicht van Ine Kievits |