De Kromme Rijn

Daar waar Methusalem* langzaam vergaat

heet het Amelisweerd, het laagland langs de Kromme Rijn

ene Amelis mag er ridder zijn

eeuwen voor Hendrik het bebossen laat.

Met langs de Rijn de ‘auen’: weidegronden

vol bosanemoon, speenkruid, gulden boterbloem en klei

goed zichtbare seizoenen komen voorbij

waar het ‘Engels werk’ kronkelend wordt verbonden.

En boven dit lieflijke riviergebeuren

de nachtegaal, de spotvogel en soms een wielewaal

in het voorbos blauwe reigers aan hun middagmaal

en vlinders schermen met de teerste kleuren.

De laaggelegen wilgenvelden heten er grienden

en langs het jaagpad vliegt de blauwe korenboutlibel

de ringslang zonnebaadt en wisselt er van vel

een walhalla is het voor buitenvrienden.

De Kromme Rijn geeft gul aan wie verstaat

met oevers die begroeiing alle ruimte geven

wel elke dag is er iets te beleven

daar waar Methusalem langzaam vergaat.

*naam van een eeuwenoude, in 2006 omgevallen beuk

Een gedicht van Ine Kievits